Ken, mevakedet!
Door: Danni Reches
Blijf op de hoogte en volg Daantje
18 Februari 2011 | Israel, Jeruzalem
Ok, eindelijk weer de tijd om een blog te schrijven. Ik loop nu 2 weken achter. Sinds ik foto's op mijn facebook heb gezet van mij in een leger uniform dacht ik dat het beter was om even de 1e week over te slaan en te beginnen op zondag 13 februari.
's Ochtends konden we een soort van uitslapen, maar om 9 uur was iedereen al bij het ontbijt te vinden. We waren toch wel zenuwachtig. Niet per se voor het leger zelf, maar voor de plaats en waar we zouden slapen. Een paar van ons hadden al een keer gadna gedaan, maar de ik kon me nauwelijks voorstellen wat er zou gaan gebeuren.
Eerst zal ik uitleggen wat 'gadna' is. Alle burgers in Israel zijn verplicht om het leger in te gaan als ze 18 zijn. Jongens en meisjes. Als ze nog op school zitten en 16-17 jaar zijn is er een programma dat ze kunnen doen met de hele klas om kennis te maken met het leger. Dit project heet 'gadna'. Ze gaan naar een basis voor 1 week en spelen soldaat. Dat deden wij dus ook deze week.
Om 12 uur vertrokken we uit de kibbutz. Om 1 uur kwamen we aan in Tsalmon. Een basis die alleen voor de gadna week is in het noorden, vlak bij Karmi'el. Het was op een heuvel in een prachtige omgeving. Zodra we uit de bus stapte moesten we al in rijen gaan staan. We werden opgedeeld in 3 troepen. 2 met jongens en 1 met meisjes. We kregen een mevakedet (vrouwelijke commandant) die ons naar onze kamer bracht om onze spullen daar te dumpen. De kamer was een miniruimte met 4 krakende stapelbedden (dat hoort er natuurlijk bij). Ze legde uit hoe we ons voor haar moesten opstellen. In 2 rijen (we waren met 12) moesten we achter haar aanrennen, nadat we schreewden: ken mevakedet! en terwijl we renden moesten we terugtellen (10, 15 of 20, lag aan de tijd die ze ons gaf) in het Hebreeuws. Op 1 moesten we allemaal bevriezen en de bedoeling was dat we dan weer in dezelfde 2 rijen opstelling zouden staan. Dat lukte natuurlijk niet altijd, maar dan kregen we meer tijd. We renden in 4 keer 10 seconden naar waar we onze uniformen vandaan haalden. We kregen een broek, shirt en jas. Het was allemaal vrij groot, maar dat was goed, want deze week was het koud en zo konden we vanalles onder het uniform dragen. We kregen ook een slaapzak, maar die was ontzettend smerig.
Toen was het tijd voor de welkomsceremonie. Met alle andere groepen (allemaal tieners, wij waren de oudsten op de basis) vormden we een 'chet-formatie' (een Hebreeuwse letter die eruit ziet als een u) om het podium met de vlaggenmast. De ceremonie bestond uit stilstaan en luisteren, het hijsen van de vlag en het volkslied. Hatikva werd het hardst gezongen door onze ulpan, wat de mevakdim een beetje vreemd deed opkijken. Van elke troep werd er 1 leider gekozen en 1 schoonmaker. Die kregen een extra tag op hun schouders. De rest kreeg een gele tag die aangaf dat we in dezelfde troep zaten. We gingen omstebeurt naar onze mevakedet die het op onze schouder plaatste en vervolgens een flinke stoot tegen dezelfde schouder zat. Blijkbaar kun je het zien als een omhelzing, omdat dat niet kan (fysiek contact in het leger) slaan ze elkaar :p.
Na de ceremonie was het avondeten. De eetzaal was groot genoeg voor 1 derde van de basis. We moesten dus even buiten wachten tot er plek voor ons was. Tijdens het wachten bedacht onze mevakedet een spel. Ze nam 2 van onse waterflessen en zette ze een paar meter uit elkaar. We moesten in een lijn precies naast elkaar staan en precies tegelijk hetzelfde aantal stappen naar de 1e fles zetten, dan 360 graden draaien (ook precies tegelijk) en naar de 2e fles lopen om vervolgens 5 jumping jacks te doen. Precies teglijk. Wauw! Het koste ons 38 pogingen om het te halen! We benoemde 1 leider die riep: left foot, right foot. Left turn, left turn, jump, jump!
Het eten was best verassend goed. Er was veel en ook een beetje keuze. Rijst of spagetti, kebab of worst en komkommer of wortel. Met pudding: vanille of chocola. We kregen nu een dweil. Elke troep kreeg een dweil. Het was de bedoeling dat we die altijd bij ons hadden en nergens vergaten. Waarschijnlijk is het een oefening voor het geweer. Als je in het leger gaat krijg je een geweer en je kan de gevangenis ingaan als je het ergens achterlaat, zelfs in je eigen kamer. We noemde onze dweil Steve en beschouwde hem al een lid van onze troep. Hij kreeg ook een shirt en later maakte we een lied over hem.
Elke avond kregen we een uur vrije tijd om te douchen en ons klaar te maken voor bed. Van 9 tot 10 rende iedereen rond om alles voor elkaar te krijgen. Om 10 uur stonden we in onze pyama in chet-formatie en vertelde de mevakedet ons wanneer ze ons de volgende ochtend wakker zou maken. Eerst moesten we de badkamer schoonmaken en daarna hadden we 4 minuten om onze bedden in te springen voor de lampen uitgingen. Dat was nog best lastig, want ik lag op het bovenste bed en het was een hele klim naar boven. 4 minuten later gingen de lampen uit en probeerde iedereen in slaap te vallen, want morgen zou de mevakedet om 6.30 voor onze deur staan.
's Ochtends konden we een soort van uitslapen, maar om 9 uur was iedereen al bij het ontbijt te vinden. We waren toch wel zenuwachtig. Niet per se voor het leger zelf, maar voor de plaats en waar we zouden slapen. Een paar van ons hadden al een keer gadna gedaan, maar de ik kon me nauwelijks voorstellen wat er zou gaan gebeuren.
Eerst zal ik uitleggen wat 'gadna' is. Alle burgers in Israel zijn verplicht om het leger in te gaan als ze 18 zijn. Jongens en meisjes. Als ze nog op school zitten en 16-17 jaar zijn is er een programma dat ze kunnen doen met de hele klas om kennis te maken met het leger. Dit project heet 'gadna'. Ze gaan naar een basis voor 1 week en spelen soldaat. Dat deden wij dus ook deze week.
Om 12 uur vertrokken we uit de kibbutz. Om 1 uur kwamen we aan in Tsalmon. Een basis die alleen voor de gadna week is in het noorden, vlak bij Karmi'el. Het was op een heuvel in een prachtige omgeving. Zodra we uit de bus stapte moesten we al in rijen gaan staan. We werden opgedeeld in 3 troepen. 2 met jongens en 1 met meisjes. We kregen een mevakedet (vrouwelijke commandant) die ons naar onze kamer bracht om onze spullen daar te dumpen. De kamer was een miniruimte met 4 krakende stapelbedden (dat hoort er natuurlijk bij). Ze legde uit hoe we ons voor haar moesten opstellen. In 2 rijen (we waren met 12) moesten we achter haar aanrennen, nadat we schreewden: ken mevakedet! en terwijl we renden moesten we terugtellen (10, 15 of 20, lag aan de tijd die ze ons gaf) in het Hebreeuws. Op 1 moesten we allemaal bevriezen en de bedoeling was dat we dan weer in dezelfde 2 rijen opstelling zouden staan. Dat lukte natuurlijk niet altijd, maar dan kregen we meer tijd. We renden in 4 keer 10 seconden naar waar we onze uniformen vandaan haalden. We kregen een broek, shirt en jas. Het was allemaal vrij groot, maar dat was goed, want deze week was het koud en zo konden we vanalles onder het uniform dragen. We kregen ook een slaapzak, maar die was ontzettend smerig.
Toen was het tijd voor de welkomsceremonie. Met alle andere groepen (allemaal tieners, wij waren de oudsten op de basis) vormden we een 'chet-formatie' (een Hebreeuwse letter die eruit ziet als een u) om het podium met de vlaggenmast. De ceremonie bestond uit stilstaan en luisteren, het hijsen van de vlag en het volkslied. Hatikva werd het hardst gezongen door onze ulpan, wat de mevakdim een beetje vreemd deed opkijken. Van elke troep werd er 1 leider gekozen en 1 schoonmaker. Die kregen een extra tag op hun schouders. De rest kreeg een gele tag die aangaf dat we in dezelfde troep zaten. We gingen omstebeurt naar onze mevakedet die het op onze schouder plaatste en vervolgens een flinke stoot tegen dezelfde schouder zat. Blijkbaar kun je het zien als een omhelzing, omdat dat niet kan (fysiek contact in het leger) slaan ze elkaar :p.
Na de ceremonie was het avondeten. De eetzaal was groot genoeg voor 1 derde van de basis. We moesten dus even buiten wachten tot er plek voor ons was. Tijdens het wachten bedacht onze mevakedet een spel. Ze nam 2 van onse waterflessen en zette ze een paar meter uit elkaar. We moesten in een lijn precies naast elkaar staan en precies tegelijk hetzelfde aantal stappen naar de 1e fles zetten, dan 360 graden draaien (ook precies tegelijk) en naar de 2e fles lopen om vervolgens 5 jumping jacks te doen. Precies teglijk. Wauw! Het koste ons 38 pogingen om het te halen! We benoemde 1 leider die riep: left foot, right foot. Left turn, left turn, jump, jump!
Het eten was best verassend goed. Er was veel en ook een beetje keuze. Rijst of spagetti, kebab of worst en komkommer of wortel. Met pudding: vanille of chocola. We kregen nu een dweil. Elke troep kreeg een dweil. Het was de bedoeling dat we die altijd bij ons hadden en nergens vergaten. Waarschijnlijk is het een oefening voor het geweer. Als je in het leger gaat krijg je een geweer en je kan de gevangenis ingaan als je het ergens achterlaat, zelfs in je eigen kamer. We noemde onze dweil Steve en beschouwde hem al een lid van onze troep. Hij kreeg ook een shirt en later maakte we een lied over hem.
Elke avond kregen we een uur vrije tijd om te douchen en ons klaar te maken voor bed. Van 9 tot 10 rende iedereen rond om alles voor elkaar te krijgen. Om 10 uur stonden we in onze pyama in chet-formatie en vertelde de mevakedet ons wanneer ze ons de volgende ochtend wakker zou maken. Eerst moesten we de badkamer schoonmaken en daarna hadden we 4 minuten om onze bedden in te springen voor de lampen uitgingen. Dat was nog best lastig, want ik lag op het bovenste bed en het was een hele klim naar boven. 4 minuten later gingen de lampen uit en probeerde iedereen in slaap te vallen, want morgen zou de mevakedet om 6.30 voor onze deur staan.