Kibbutznik in golfkarretje langs de Libanese grens
Door: Danni Reches
Blijf op de hoogte en volg Daantje
12 April 2011 | Israel, Jeruzalem
Mijn weekendplannen waren nog niet over op zaterdag. Om half 11 werd ik wakker gesmst door Joel: ‘ik ben net wakker, ik kan klaar zijn in een half uur. Jij?’ Ik ook! Om half 12 stonden we samen bij de busstop, waar natuurlijk geen bus komt op zaterdag, maar wel een shiroet. Een taxibusje dat goedkoop van de ene naar de andere stad rijdt. We namen er een naar Haifa en van Haifa helemaal naar Nahariya, de noordelijkste stad van Israel in een uurtje. Daar namen we een taxi naar Rosh HaNikra. Dat zijn grotten op de grens met Libanon aan zee, ze zijn wit, bekend en mooi. Bij de entree werd ons verteld dat je een combinatiekaartje kon kopen voor de entree en een golfkarretje. Dat deden we dus. We hadden de hele dag en niets beters te doen. Nadat we afdaalden met een cablecar gingen we niet links naar de grotten, maar rechts naar de golfkarretjes waar we mee helemaal langs de kust naar een strandje gingen. Daar hebben we lekker in de zon gezeten en foto’s gemaakt van de grotten een stukje verderop. Joel reed op de heenweg en ik op de terugweg. Ik voelde me nu echt een kibbutznik in het karretje.
Terug bij de grotten bekeken we eerst het informatie filmpje, waarin we de legende van de bruid hoorden. Blijkbaar was er een meisje 2000 jaar geleden tegen haar wil uitgehuwelijkt en onderweg naar haar man kwam ze langs deze grotten en kliffen, waar ze vanaf sprong. Ze hangt er nog steeds rond! En we hoorden over de Britten die er een treintunnel doorheen hadden gebouwd, die later door de HaGana werd vernietigd, omdat de Libanese troepen erdoorheen kwamen. We hebben de grotten gezien. Ze zijn prachtig wit en met het helderblauwe water ziet het er goed uit op mijn foto’s. Met de cablecar gingen we weer terug naar boven en daar vroegen we bij de informatie om een taxinummer. Maar die hadden ze niet, niet een die werkt op zaterdagen! :O En we hadden er natuurlijk niet aangedacht om het nummer van de taxi waarin we kwamen te vragen. Aaah! We zaten vast aan de grens met Libanon in het midden van een zaterdag. Argh! We wachtten eerst voor een taxi die misschien nieuwe gasten kwam afzetten, maar na 20 minuten besloten we vertrekkende gasten te vragen of we met ze mee naar Nahariya konden gaan. Veel mensen zeiden natuurlijk nee en in anderen was helemaal geen plek voor ons, maar na nog 30 minuten hadden we geluk. Een 22 jarige man met zijn broertje (?) van 13 liet ons op de achterbank meerijden. Hij deed een trip van het noorden terug naar zijn huis in Beer Sheva (in de woestijn) en vond ons als toeristen erg interessant. Hij luisterde naar muziek van Shlomo Artzi en ik zong het mee, wat hij nog interessanter vond en hij bracht ons helemaal naar het strand van Nahariya, precies waar we wilden zijn.
Daar zochten we een leuk plekje om te lunchen (het was al 3 uur) en die vonden we. Op het terras in de zon hebben we een pizza gegeten. In Nahariya was erg veel dicht en niks te doen, dus besloten we naar Akko te gaan, waar meer Arabieren wonen en dus meer open is op zaterdagen. We liepen naar de plek waarvan wij dachten dat er weer een shiroet langs zou komen die ons erheen kon brengen, maar we konden er geen één ontdekken. Verdwaald keken we rond en er kwam een jonge man op ons af lopen, blijkbaar een taxichauffeur. Hij begon in het Hebreeuws te vragen wat we zochten en waar we heen wilden. Joel vroeg hem of hij Engels sprak, maar dat deed hij niet, dus begon ik in het Hebreeuws :P. We willen naar Akko gaan. Hij zei dat hij ons er wel heen kon brengen, maar hij was erg prijzig, dus legde ik hem uit dat we arme studenten waren en een shiroet zochten, maar de plaats waar ze stoppen niet konden vinden (wauw, zei ik dat echt?). Hij wees ons de weg en zei dat als er geen kwam we naar hem terug moesten komen en hij ons korting zou geven (begreep ik dat goed?).
Maar gelukkig vonden we een shiroet die ons in de middle of nowhere afzette in Akko. We vonden gelukkig onze weg naar de oude stad. We liepen er langs de stadsmuren naar de haven. Daar wilden we een boottocht doen, maar die ging alleen als er meer toeristen kwamen. Die dus niet kwamen. We gingen dus maar naar de shuk, die hier dus op zaterdagen open is en kochten er baklava. De beste tot nu toe! Moe en vol namen we de laatste shiroet terug naar Yagur. Zo hebben we de hele noordelijke kust in 1 dag gedaan.
Terug bij de grotten bekeken we eerst het informatie filmpje, waarin we de legende van de bruid hoorden. Blijkbaar was er een meisje 2000 jaar geleden tegen haar wil uitgehuwelijkt en onderweg naar haar man kwam ze langs deze grotten en kliffen, waar ze vanaf sprong. Ze hangt er nog steeds rond! En we hoorden over de Britten die er een treintunnel doorheen hadden gebouwd, die later door de HaGana werd vernietigd, omdat de Libanese troepen erdoorheen kwamen. We hebben de grotten gezien. Ze zijn prachtig wit en met het helderblauwe water ziet het er goed uit op mijn foto’s. Met de cablecar gingen we weer terug naar boven en daar vroegen we bij de informatie om een taxinummer. Maar die hadden ze niet, niet een die werkt op zaterdagen! :O En we hadden er natuurlijk niet aangedacht om het nummer van de taxi waarin we kwamen te vragen. Aaah! We zaten vast aan de grens met Libanon in het midden van een zaterdag. Argh! We wachtten eerst voor een taxi die misschien nieuwe gasten kwam afzetten, maar na 20 minuten besloten we vertrekkende gasten te vragen of we met ze mee naar Nahariya konden gaan. Veel mensen zeiden natuurlijk nee en in anderen was helemaal geen plek voor ons, maar na nog 30 minuten hadden we geluk. Een 22 jarige man met zijn broertje (?) van 13 liet ons op de achterbank meerijden. Hij deed een trip van het noorden terug naar zijn huis in Beer Sheva (in de woestijn) en vond ons als toeristen erg interessant. Hij luisterde naar muziek van Shlomo Artzi en ik zong het mee, wat hij nog interessanter vond en hij bracht ons helemaal naar het strand van Nahariya, precies waar we wilden zijn.
Daar zochten we een leuk plekje om te lunchen (het was al 3 uur) en die vonden we. Op het terras in de zon hebben we een pizza gegeten. In Nahariya was erg veel dicht en niks te doen, dus besloten we naar Akko te gaan, waar meer Arabieren wonen en dus meer open is op zaterdagen. We liepen naar de plek waarvan wij dachten dat er weer een shiroet langs zou komen die ons erheen kon brengen, maar we konden er geen één ontdekken. Verdwaald keken we rond en er kwam een jonge man op ons af lopen, blijkbaar een taxichauffeur. Hij begon in het Hebreeuws te vragen wat we zochten en waar we heen wilden. Joel vroeg hem of hij Engels sprak, maar dat deed hij niet, dus begon ik in het Hebreeuws :P. We willen naar Akko gaan. Hij zei dat hij ons er wel heen kon brengen, maar hij was erg prijzig, dus legde ik hem uit dat we arme studenten waren en een shiroet zochten, maar de plaats waar ze stoppen niet konden vinden (wauw, zei ik dat echt?). Hij wees ons de weg en zei dat als er geen kwam we naar hem terug moesten komen en hij ons korting zou geven (begreep ik dat goed?).
Maar gelukkig vonden we een shiroet die ons in de middle of nowhere afzette in Akko. We vonden gelukkig onze weg naar de oude stad. We liepen er langs de stadsmuren naar de haven. Daar wilden we een boottocht doen, maar die ging alleen als er meer toeristen kwamen. Die dus niet kwamen. We gingen dus maar naar de shuk, die hier dus op zaterdagen open is en kochten er baklava. De beste tot nu toe! Moe en vol namen we de laatste shiroet terug naar Yagur. Zo hebben we de hele noordelijke kust in 1 dag gedaan.
-
12 April 2011 - 16:49
Karin :
Idd mooie foto en leuk dat je steeds van die vriendelijke locals tegenkomt die jullie mee willen nemen... komt zeker door jouw Hebreeuws...:-)