Basisdagje bij de opgravingen

Dinsdag stonden we om half 6 gapend te wachten op de bus. Het was te vroeg, maar ik had zin om te beginnen en een schat op te graven. Rami had besloten 4 ‘pits’ te openen waar we gingen graven. 1 waar vorig jaar het koppel was gevonden, één van de ijzertijd, 1 van de Romeinse tijd en eentje ertussen in waar ik werd geplaatst. Het was de koelste plek, omdat we in een vierkante kuil van zo’n 2 meter de grond in zaten met een zeil eroverheen. We mochten toch niet onze hoed afnemen of onszelf niet insmeren en natuurlijk moesten we heel veel drinken. Elke 10 minuten zei iemand: 9.10, weet je waar je waterfles staat? Ik stond in een kamer met 4 muren, waarvan er 1 ingestort was. We waren aan het graven naar de vloer, waar waarschijnlijk de meest interessante dingen liggen. Om daar te komen moesten we eerst de stenen van de ingestorte muur verwijderen. Die waren enorm en zwaar! Gelukkig zaten Mike en Octavio in mijn ‘pit’, die sleepte de stenen naar de zijkant en gooiden ze 2 meter omhoog naar de grond, vanaf daar werden ze de heuvel afgerold. Ik liep achter ze aan met emmers vol met ‘kleine’ stenen. Het graven gaat zo: je hebt 2 emmers, een pikhouweeltje, schepje en een borstel. Je hakt flink hard in de grond die bestaat uit samengeperst zand en stenen en dan schep je alles in de emmers. Zitten ze vol, dan loop je omhoog naar de 4 zeven. Daar gooi je de emmers leeg en zeef je het zand weg. Dan houd je een hoop stenen en potscherven of interessantere dingen over. En zo ga je verder. Als je een aantal potscherven bij elkaar vind of botten dan borstel je alles voorzichtig, zodat er een foto van genomen kan worden.

We vinden heel veel potscherven en botten. De botten komen van schape/geiten die altijd een belangrijke voedsel bron waren. Wat we vinden gaat in de vind-emmer en die vullen we aan het eind van de dag met water, voor nader onderzoek. Elke dag hebben we een ontbijt pauze van 45 minuten om 9 uur en om 11 uur hebben we een popsickle-break. Tijdens het eten hangen we onze hoeden aan een kapstok, zoals beschaafde mensen dat doen, volgens Rami. Beetje vreemd, want we eten zo primitief als maar kan…

Om 12.15 stopten we met werken en ruimden we alles op, zodat we om 12.30 in de bus konden zitten en om 1.00 in de kibbutz konden lunchen. Daarna hadden we vrije tijd tot 4 uur. Dat betekende dus zwemmen in de Kineret met z’n allen! Natuurlijk ook douchen, want zonnebrand crème en zand en stof maken je behoorlijk smerig. Om 4 uur begonnen we met ‘pottery reading’. Dingen die gevonden zijn en schoongemaakt worden in een krat verzameld en moeten geteld en beschreven worden. Stuk kookpot, bruin-rood, 1e eeuw voor Christus, etc. Dat moet dan allemaal opgeschreven worden en in de computer opgeslagen. De man met de computer heeft zijn vinger gebroken, dus moet ik alles in de computer zetten. Interessant, want alles wat is gevonden gaat door mijn handen! :)

Het duurde maar een uurtje en daarna had ik tijd om tot 7 uur te studeren. Toen was het tijd voor het avondeten, wat weer geweldig was. Om 8 uur was er een les, gegeven door een professor van de universiteit van West Virginia. Ze legde de basis van archeologie uit. Hoe je een opgraving voorbereid, hoe je er werkt met verschillende materialen en wat je doet met de gevonden dingen. Om 9 uur was ik al best wel erg moe geworden, maar ik moest naar de lobby van het hotel om in een heerlijke luie stoel te zitten en mijn blog te schrijven, genietend van een goede internetverbinding. Om 10 uur moest ik wel echt naar bed. Morgen weer vroeg op.